De rouwende werknemers ervaren de huidige regelingen voor rouwverlof vaak als onvoldoende. De CNV pleit voor een flexibel opneembaar rouwverlof van twee weken, waarbij geen vakantiedagen hoeven te worden ingeleverd.
Uit het onderzoek van Maurice de Hond onder een groep van 1100 werknemers blijkt dat één op de tien werkende die een dierbare heeft verloren, een burn-out krijgt door de combinatie van werk en rouw. Ruim 20 procent krijt te weinig steun van zijn werkgever om goed te kunnen functioneren. Tevens kan een kwart langere tijd niet goed functioneren.
Miljoenen mensen krijgen met overlijden van een naaste te maken. En dit heeft een grote invloed op de werkvloer. Er is nog te weinig voor hen geregeld. Werkgevers wordt gevraagd hun rouwende collega’s te ondersteunen om langdurig uitval te voorkomen. Werknemers die zich gesteund voelen, melden zich minder ziek.
Op dit moment geeft een op de vijf werknemers aan weinig tot geen steun te ontvangen van de werkgever. Bijvoorbeeld doordat een werkgever langere tijd niets van zich liet horen. Een veel gehoorde klacht is ook dat er gevraagd wordt “wanneer kom je terug” in plaats van “hoe gaat het met je”.
Op rouw zit geen aan- en uitknop. De werknemer neemt dit verlies mee naar zijn werk. Hij draagt dit als het ware de hele dag in zijn rugzak mee. Het is belangrijk dat er een veilige werkvloer is, waar begrip en kennis over rouw aanwezig is.
Een oplossing zou kunnen zijn dat er aandacht zou moeten zijn voor rouw en een flexibel opneembaar rouwverlof. Ook de lengte van het verlof zou beter kunnen, afhankelijk van de relatie met de overledene.